En zij hadden zeer grote bogen en hun rieten pijlen waren zeer lang en een dolk bengelde hun ritmisch over de dij.
De grote Otanes - een der zeven Perzen - die Dareios ten troon had gebracht, vader der koningin Amestris, reeds bejaard, voerde hen aan te paard.
De Meden volgden de Perzen.
Die waren uitgerust als zij; de Perzen hadden reeds onder Kyros die wijze van kleden overgenomen van de overwonnen Meden. Tigranes, de achaimenide, neef van Xerxes, voerde hen aan te paard.
De Kissiërs volgden de Meden in de zelfde uniform, maar zij droegen een mitra van metaal. Anafes, zoon van Otanes, broeder der koningin, zwager van Xerxes voerde hen aan te paard.
De Hyrkaniërs volgden de Kissiërs, gekleed als zij: Megapanos, satraap van Babylon, voerde hen aan te paard.
De Assyriërs volgden de Hyrkaniërs. Zij droegen uit bronzen banden zeer wonderlijk samengevlochten helmen. Zij droegen kurassen van lijnwaad: lijnwaad van achttien lagen op elkander gevold en doortrokken in wijndroesem en zout: geen pijl drong door hun rusting heen. Zij waren gewapend met houten knotsen, zwaar van ijzeren knoesten, en de Chaldaiërs waren als zij: Otaspes, zoon van Artachaies, voerde
hen aan te paard.
De Baktriërs volgden de Assyriërs, zij droegen heel korte pijlen. De Saken - die Skythen zijn - volgden de Baktriërs; zij droegen heel brede bijlen: Hystaspes, zoon van Dareios en van Atossa, broeder van Xerxes, voerde hun beider onoverzienbare horden aan te paard.
De Indiërs volgden: Farnazatres, Artabates' zoon, voerde hen aan te paard. Zij droegen rustingen van geperst katoen, rieten bogen en rieten, ijzergepunte pijlen.
De Ariërs volgden: Sisamnes, zoon van Hydarnes, voerde hen aan te paard. De Parthen en Chorasmiërs volgden: Ariabasos, Farnakes' zoon, voerde hen aan te paard; de Sogdiërs volgden; Azanes, zoon van Artaios, voerde hen aan te paard, en Artyfios, zoon van Artabanos, neef van Xerxes, de Gandariërs en de Dadiken.
Volgden de Kaspiërs, in uniform van geitevel; breed en gebronsd beeldden zij zich uit het harige bont: Ariomardos, zoon van Artyfios, voerde hen aan te paard. De Sarangaiërs volgden, schitterend kakelbont met laarzen tot aan de knieën, dat zeer krijgshaftig hun stond: Ferendates, Megabasos' zoon, voerde hen aan te paard.
Volgden de Paktysiërs, in wilde-beestevellen: Artayntes, Ithamitres' zoon, voerde hen aan te paard.
Oitiërs en Mykiërs volgden: Arsamenes, zoon van Dareios, halfbroeder van Xerxes, voerde hen aan te paard; Siromitres, Otobases' zoon, voerde de Parikaniërs aan te paard.
Volgden de Arabieren in lange, opgegorde tunieken en met bogen aan beide zijden te spannen; volgden de
Afrikaanse Ethiopiërs, woest uitziend in leeuwe- en luipaardvellen, met vier ellebooglengten lange palmhouten bogen en lange rieten pijlen, aan wier punten een puntige smiris-steen, die ook dient om te graveren; zij droegen reebok-gehoornde werpspiezen en knoestige knotsen; zij waren de helft huns lichaams gekalkt, de andere helft met vermiljoen besmeerd. Rood, krijtwit en met zwarte wollen kroeskoppen waren zij schrikwekkend afschuwelijk in beestevellen en onoverwinlijk dapper: Arsames, zoon van Dareios en Artystona, halfbroeder van Xerxes, voerde ben aan te paard.
De Indische Ethiopiërs volgden; hun haren vielen sluik en zij droegen helmen van paardekopvellen met de steile oren en al de manen; zij droegen schilden van kraanvogelveren; wie voerde hen aan te paard?
Massages, Oarisos' zoon, voerde te paard aan de Libyers, zwarte reuzen in ruige huiden.
De Paflagoniërs volgden; zij droegen lederen helmen en hun gevlochten haarkuif stak eruit; zij droegen tot de kuit toe laarzen; de Kappadokiërs waren als zij gerust, met boog en pijlen: Dotos, zoon van Megasidros, voerde de Paflagoniërs aan te paard; te paard voerde Gobryas, zoon van Dareios en Artystona, de Kappadokiërs aan.
Volgden de Frygiërs, met omgeknakte mutsen; volgden de Armeniërs, die kolonisten der Frygiërs zijn. Xerxes' schoonzoon, de zeer jeugdige veldheer Artochmes, voerde hen aan te paard.
Volgden de Lydiërs, en de Myziërs, met zeer kleine, stevige schilden en in het vuur geharde spiezen: Artafernes, zoon van Artafernes die bij Marathoon de Perzen had aangevoerd, voerde hen aan te paard.
Volgden de Aziatische Thrakiërs, de Bithyniërs nu genaamd.
1 comment