Was de droom die Xerxes naderde door Zeus gezonden... of door Ahriman? De historie vermeldt het niet. Zij vermeldt alleen dat de droom zich voor Xerxes vertoonde als een grote, schitterende, gevleugelde strijder die sprak tot de koning: 'Wat, Xerxes?! Wilt gij plotseling geen oorlog meer na uw satrapen lichtingen te doen oproepen? Vanwaar die weifelmoedigheid? Ik zeg u: ge moet tot de oorlog besluiten!' Xerxes werd met een schrik en onwillig wakker. Oorlog? Neen, hij wilde geen oorlog. En hij vervloekte de onwijze droom en draaide weer zijn rug naar zijn kamer toe. En sliep in. En de volgende dag riep hij weer zijn satrapen tezamen. Sommigen waren reeds op weg naar hun satrapieën om de lichtingen en keerden, gewaarschuwd en achterhaald door ijlebenende boodschappers, met wagens en paarden en gevolg weerom... En traden juist de troonzaal binnen toen Xerxes vertelde dat hij van idee was veranderd. Xerxes, in een zeer academische rede, sprak over de voorzichtigheid, die hij wenste voortaan te betrachten. Hij sprak goed en hoorde zich met welbehagen uitpakken over de voorzichtigheid. De nog juist bijtijds teruggekeerde satrapen begrepen niet dadelijk en verstonden ook niet, zo ver: zij schulpten de handen om de oren rond en poogden zo de zeer sierlijke zinnen van Xerxes over de voorzichtigheid op te vangen... Toen hoorden zij wel Xerxes excuses maken. Voor het oratorisch effect deed hij dit met een even larmoyerende stem. Hij maakte excuses aan oom Artabanos. Omdat hij hem gisteren een oud wijf had genoemd. Hij had dat niet zo bedoeld, zeide Xerxes. En weidde uit over de verschillende taalschakeringen van die uitdrukking 'oud wijf' in het Perzisch. Oom Artabanos werd erom geroerd. Zijn ogen werden vochtig. Hij deed vanaf zijn schabel een smekend gebaar naar zijn koninklijke neef, niet zo door te gaan, niet zo... Xerxes, met een oratorische zwaai, die heel mooi deed besloot: 'Ik wens dus geen oorlog met de Grieken: keert allen terug tot uw haardsteden en blijft kalm, mijne heren.' Toen keerde hij hun zijn rug toe terwijl allen ter aarde neervielen, voorover, van blijdschap en eerbied.
III Alleen Mardonios was niet blij. Hij was zeer energiek en. had behoefte aan beweging. Hij verveelde zich aan het hof te Suza en voelde enthousiast voor een oorlog met Griekenland. Dat was nu eenmaal ook een idee van Atossa: een oorlogje met Griekenland om Atheense en Dorische slavinnen te krijgen. Zodat die avond Mardonios hoofdpijn voorwendde en niet aan het staatsiebanket verscheen. Hij had er woorden over met zijn vrouw, Artazostra. Hij ging zelfs zo ver dat hij haar, Xerxes' zuster, zeide dat haar naam niet welluidend was: 'Artazostra!' sprak hij uit, minachtend.
1 comment